Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Alterneren

betekenis & definitie

(alterneerde, hebben gealterneerd), (<Fr.), afwisselen, bij beurten iets doen; — (plantk.) kelk en bloemkroon alterneren, de kroonblaadjes staan boven de ruimten tussen de kelkblaadjes ; — wisselbouw drijven; — in poëzie: afwisselen, van beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen.

< >