Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Allegorisch

betekenis & definitie

bn. en bw., van, gelijkend op of als een allegorie: allegorische personen, begrippen als personen met attributen voorgesteld, b.v. de gierigheid, de jeugd, de zomer ; een allegorische schilderij, een allegorische groep, allegorische optochten, die een allegorie inhouden; — allegorische poëzie, die niet letterlijk, doch zinnebeeldig moet opgevat worden; allegorische uitlegging der Schrift.

< >