v. (-en),
1. het afwassen: afwassingen kunnen bij zwakke personen het baden vervangen ; — het reinigen van een voorwerp of van een persoon door middel van het vegen of spoelen met water of ander vocht;
2. (in de scheikunde) de bewerking waarbij men vaste stoffen van vreemde bestanddelen bevrijdt door het opgieten van een vloeistof die deze laatste oplost;
3. (fig.) (in bijbelse taal) zedelijke reiniging, de zuivering van zonden, t.w. in betrekking tot de doop of tot het bloed van Christus ; afwassing der zonden door het Doopsel, dat de erfzonde en de dadelijke zonden wegneemt.
