(turfde af, heeft afgeturfd),
1. gedaan maken met turven, zodat al de benodigde turf op zolder of in de schuur gebracht is : zodra wij hier afgeturfd hebben, beginnen wij hiernaast;
2. (fig.) iem. afturven, afranselen, een pak slaag geven;
3. door turven, schrapjes zetten, geheel tellen.