(stoomde af, is en heeft afgestoomd),
1. stomend zich verwijderen (t.w. een trein, stoomboot);
2. met de spoortrein afrijden, met een stoomschip afvaren, naar beneden stomen: de Rijn af stomen;
3.zekere afstand ten einde toe doorstomen, (met spoortrein of stoomboot) afleggen : in hoeveel tijd kan men die af hele baan af stomen ?
4. wat (vrij wat, heel wat enz.) stomen, veel stomen, veel reizen (met spoortreinen of stoomboten).