Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Afsabelen

betekenis & definitie

(sabelde af, heeft afgesabeld), (w. g.)

1. (een aanvallende vijand) met de sabel afweren, van zich afiiouden: hij wist zijn aanvallers rechts en links af te sabelen; — fig. van het afslaan van tegenstanders in een strijd met woorden);
2. met de sabel afslaan, afhouwen: met een flinke slag sabelde hij zijn aanvaller de rechterarm af.

< >