(rondde af, heeft afgerond),
1. geheel of gedeeltelijk rond maken: een schijf op de draaibank afronden; een scheefhoekige ruit, welker scherpe hoeken een weinig afgerond zijn ; — (vestingb.) de hoeken in het tracé van een vestingwerk vervangen door cirkelbogen; straathoeken af ronden;
2. aan het geheel een voorkomen van rondheid geven: die arabesken dienen om de figuur bevallig af te ronden, aan te vullen hetgeen aan de ronde vorm ontbreekt; — (fig.) het hoekige, scherpe ontnemen aan — : ’s levens scherpe hoeken worden lieflijk afgerond ; — een afgerond geheel, een volledig geheel, zonder gapingen of leemten ; — een volzin af ronden, die zodanig inrichten en besnoeien, dat al de delen met elkander in behoorlijk verband staan en een volkomen eenheid vormen : een afgeronde volzin ;
3. van getallen of bedragen : er zoveel bijvoegen of aftrekken tot ze uit een geheel aantal eenheden bestaan : de prijzen worden op een gulden afgerond-; gebroken getallen naar boven afronden ; — ook : er zoveel bijvoegen of aftrekken dat zij op nul of vijf eindigen.