Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Afrijzen

betekenis & definitie

(rees af, is afgerezen),

1. (van personen) (w. g.) oprijzen en zich verwijderen: zij vielen, maar rezen terstond weder van de grond af;
2. (gew.) (van dingen die aan iets anders vastzitten, inz. van de bladen en zaden van planten) allengs en bij gedeelten afvallen, er van losgaan en neervallen, afrij zelen : als men het koren langer te velde laat staan, zal er veel graan afrijzen, veel korrels uit de aren vallen ; als men de graanschoven te ruw oplaadt, rijst veel zaad af;
3. (Zuidn.) zich van de berg laten afrijzen, naar beneden laten glijden.

< >