Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Africhting

betekenis & definitie

v. (-en), de daad van africhten: de africhting van een ruiter vereist meer tijd dan die van een infanterist; de africhting van honden tot de jacht; die kostschoolhouder maakt bijzonder zijn werk van africhting voor de Militaire Akademie ; (smederij) na de africhting der zeis volgt het gladhameren, het harden, het afketsen enz.

< >