(repelde af, heeft afgerepeld),
1. (de knoppen of zaaddozen, knotten) door middel van een repel van het vlas trekken: er zitten nog knotten aan het vlas, die moeten er af gerepeld worden; — dat vlas is niet zuiver af gerepeld;
2. (fig., gew.) zijn kleren afrepelen, ze erg havenen en scheuren door stoeien, ravotten, klauteren enz., zodat ze er uitzien alsof ze over de repel gehaald waren
3. (het vlas) geheel repelen; — alles afdoen wat er te repelen valt.