(nummerde af, heeft afgenummerd),
1. voorwerpen, huizen enz. door nummers van elkander onderscheiden om verwarring te voorkomen : de percelen bij een veiling, de voorwerpen bij een prijsuitdeling afnummeren;
2. alle vereiste nummers aanbrengen: we moeten eerst de boeken afnummeren, daarna lenen wij ze uit; (in ’t leger) de compagnie is al afgenummerd; — ook onoverg., van opgestelde troepen (enz.), in volgorde zijn nummer zeggen. Ook AFNOMMEREN.