(lokte af, heeft afgelokt),
1. (mensen en dieren) van een punt tot zich of elders heen lokken: kippen van het erf aflokken ; een kind van een gevaarlijke plaats aflokken; — iem. van de rechte weg, van zijn plicht, van zijn werk, van een voornemen aftokken, trachten af te brengen, af te houden;
2. iem. de duiven, kippen, eenden aflokken, ze hem ontstelen door ze tot zich te lokken en te behouden;
3. ontlokken (een kreet enz.).