(kwispelde af, heeft afgekwispeld), (w. g.)
1. met een kwispel (een lange en zachte kwast) van stof en vuil reinigen (meubels); — 2. met een kwispel afslaan (stof en vuil);
3. (gew.) verwijderen, verdrijven door met een roede, karwats, zweep of iets dergelijks te slaan : hij kwispelde de hond van het erf af — afranselen, afrossen met een zweep enz.