(kuste af, heeft afgekust),
1. door kussen wegnemen : tranen afkussen ;
2. de pijn afkussen, door een kus of kussen doen ophouden;
3. met een kus een twist bijleggen;
4. iem. door een kus met zich verzoenen ;
5. zich af kussen, zich door kussen vermoeien, afmatten;
6. geheel met kussen bedekken: iemands gelaat afkussen.