1. door knijpen wegnemen, afzonderen, afbreken: een punt van een spijker met de nijptang afknijpen ;
2. arglistig en kleingeestig korten of doen korten : onder allerlei voorwendsels wist hij nog een gedeelte van de som af te knijpen ;
3. (zeew.) zo kort mogelijk bij de wind houden : een schip, de wind, de loef af knijpen, door scherp bij de wind te zeilen een ander schip de loef afwinnen;
4. door drukking op de scherpe kant van enig voorwerp doorgesneden, afgebroken worden: de tros kneep af op die balk.
Gepubliceerd op 01-01-2021
Afknijpen
betekenis & definitie