1. uit de dienst ontslaan (werklieden, krijgs- en scheepsvolk); — (mil.) de manschappen afdanken, laten inrukken;
2. (fig.) buiten gebruik stellen (een kledingstuk, een schip enz.); — afschaffen: paard en rijtuig afdanken;
3. een vrijer, een minnaar afdanken, hem bedanken, afwijzen ; (gew.) afzeggen.
Gepubliceerd op 01-01-2021
Afdanken
betekenis & definitie