(accommodeerde, heeft geaccommodeerd), (<Fr.),
1. een schikking treffen; in orde brengen; opmaken;
2. (physiol.) de lens van het oog wijzigen overeenkomstig de afstand waarop men ziet;
3. zich accommoderen, een vergelijk treffen, overeenkomen; zich verzoenen; zich schikken in, naar; zich aan de omstandigheden aanpassen.