Wat is de betekenis van accommoderen?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Accommoderen

(accommodeerde, heeft geaccommodeerd), (<Fr.), 1. een schikking treffen; in orde brengen; opmaken; 2. (physiol.) de lens van het oog wijzigen overeenkomstig de afstand waarop men ziet; 3. zich accommoderen, een vergelijk treffen, overeenkomen; zich verzoenen; zich schikken in, naar; zich aan de omstandigheden aanpassen.

2025-07-29
AI woordenboek

ChatGPT (2023)

accommoderen

Accommoderen betekent zich aanpassen aan een situatie, omstandigheid of behoefte. Het woord komt van het Latijnse accommodare, wat "aanpassen" of "toepassen" betekent. Het kan op verschillende manieren worden gebruikt, afhankelijk van de context: * Aanpassen aan nieuwe omstandigheden: "Het team moest zich accommoderen aa...

2025-07-29
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

accommoderen

Het veranderen van de vorm van de ooglens om scherp te kunnen zien (uitspraak: AK-om-moo-DEE-ru). De ooglens zit tussen het hoornvlies (de buitenkant van het oog) en het netvlies (de binnenkant, achter in de oogbol). De lens is een vervormbaar, bolrond schijfje. Het oog kan de spiertjes rond de lens samentrekken en de lens zo boller maken en kan de...

2025-07-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Accommoderen

[Lat. accommodare, van ad, cum en modus - wijze; volgens maat, passend] aanpassen van personen of zaken aan iem. of iets anders; de bolheid van de ooglens veranderen naar gelang de afstand van het voorwerp dat men beziet.

2025-07-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Accommoderen

(akkommoderen) in orde brengen; schikken; aanpassen aan de afstand (van het oog)

2025-07-29
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

accommoderen

het boller worden van de ooglens, hetgeen mogelijk wordt doordat de kringspier om de lens zich samentrekt.

2025-07-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Accommoderen

in orde brengen, opmaken; zich accommoderen: een vergelijk treffen met zijn schuldeisers, een geschil in der minne schikken.

2025-07-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

accommoderen

geaccommodeerd (Fr.) [Lat. accomodare]: schikken; een schikking treffen met; in orde brengen; aanpassen.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-29
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

accommoderen

accommoderen leenwoord Zie: accommodatie