o. (-s),
1. kleine, jonge aap; een aapje op een stokje, zeker kinderspeelgoed;
2.. (fig., w. g.) aapjes, apenkuren, dwaze kuren;
3. huurrijtuig, te Amsterdam, oorspr. zo genoemd naar de aanvankelijk kakelbonte kleding der koetsiers;
4. spotnaam voor een bediende in ’t Rijksmuseum.