(zond aan, heeft aangezonden),
1. (iemand) zenden naar eens anders woning of verblijf, om hem te spreken, een boodschap over te brengen of iets af te halen : ik zal straks even bij u aanzenden om antwoord ;
2. (voorwerpen) zenden en op de teruggave wachten: een intekenlijst aanzenden.