Wat is de betekenis van aanzenden?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aanzenden

(zond aan, heeft aangezonden), 1. (iemand) zenden naar eens anders woning of verblijf, om hem te spreken, een boodschap over te brengen of iets af te halen : ik zal straks even bij u aanzenden om antwoord ; 2. (voorwerpen) zenden en op de teruggave wachten: een intekenlijst aanzenden.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aanzenden

('a:n) (zond aan, heeft aangezonden) aansturen, maar minder gemeenzaam : bij iemand om antwoord -.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

aanzenden

Aanzenden - (zond aan, heeft aangezonden), iemand zonden naar eens anders woning of verblijf, om hem te spreken, eene boodschap over te brengen of iets af te halen: ik zal straks even bij u aanzenden om antwoord; voorwerpen zenden en op de teruggave wachten: eene inteekenlijst aanzenden.

Gerelateerde zoekopdrachten