Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Aanspreker

betekenis & definitie

m. (-s), hij die aanspreekt; — in ’t bijz. persoon die de familie en vrienden van een overledene ter begrafenis nodigt, diens dood aan de huizen aanzegt en verder met de bediening der begrafenis belast is; thans meest bidder, dood- of lijkbidder genoemd; — (gemeenz.) zweten als een aanspreker, sterk zweten.

< >