Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Aanschenden

betekenis & definitie

(schond aan, heeft aangeschonden), (veroud.),

1. gewelddadig aantasten, aanranden, bestoken ;
2. (fig.) met smaadredenen of lasterlijke taal bejegenen ; schendig aanranden (het heilige): de Hemel aanschenden;
3. opstoken, aanhitsen. Ook AANSCHENNEN.

< >