Wat is de betekenis van aanschenden?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aanschenden

(schond aan, heeft aangeschonden), (veroud.), 1. gewelddadig aantasten, aanranden, bestoken ; 2. (fig.) met smaadredenen of lasterlijke taal bejegenen ; schendig aanranden (het heilige): de Hemel aanschenden; 3. opstoken, aanhitsen. Ook AANSCHENNEN.

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

aanschenden

Aanschenden - (schond aan, heeft aangeschonden), gewelddadig aantasten, met geweld aanvallen, aanranden, bestoken; - (fig.) met smaadredenen of lasterlijke taal bejegenen; schendig aanranden (het heilige); den Hemel aanschenden; - opstoken, aanhitsen. Ook: AANSCHENNEN.

Gerelateerde zoekopdrachten