Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Aannaaien

betekenis & definitie

(naaide aan, heeft aangenaaid), naaiende vasthechten; — (fig.) iemand oren aannaaien, hem voor de gek houden ; — op de mouw spelden : ik laat mij niets aannaaien; — (zeew.) het rak aannaaien, het rak van de ra rond de steng vastmaken.

< >