(moedigde aan, heeft aangemoedigd),
1.(van pers.) eig. de moed versterken, vandaar aansporen (zo voort te gaan), opwekken, prikkelen: iem. tot iets aanmoedigen ;
2. (van zaken) opwekken tot het plegen of beoefenen van het genoemde : die vrijpostigheid moet je niet aanmoedigen; die maatregelen dienen om het luchtverkeer aan te moedigen.