In een aantal woorden is het voorvoegsel geafgevallen of staan de vormen met en zonder genaast elkaar. Zo hebben we heel en geheel, lijken en gelijken, makkelijk en gemakkelijk, tij en getij, wis en gewis enz.
Wij zeggen: het is zeker en gewis, maar ook: wel wis en waarachtig. Het is een kwestie van zinsritme welk woord wij kiezen. Het woord (ge)wis, dat wij kennen als bijvoeglijk naamwoord, is eigenlijk het oude voltooide deelwoord van het werkwoord weten. En weten komt van een stam wid die: zien betekende en waarvan Latijn video: ik zie, afstamt. Het woord (ge)wis betekent dus eigenlijk: wat gezien is en vandaar: wat geweten wordt, wat zeker geweten wordt en dan: wat vaststaat, wat zeker is. Een zogenaamd geleerde samenstelling is: wiskunde, mathematica, wetenschap die zich met het wisse, zekere bezighoudt.