Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Gepubliceerd op 10-04-2020

Schandaal

betekenis & definitie

Via het Franse woord scandale is ons schandaal ontleend aan het Latijnse scandalum en het Griekse skandalon. De betekenis is oorspronkelijk: aanstoot, ergernis, verleiding.

Natuurlijk is er verwantschap met het zelfstandige naamwoord schande, dat uit Middelnederlands scaemde is ontstaan en dus kennelijk familie is van schaamte, maar ook van het werkwoord schenden.Van schandaal zijn twee bijvoeglijke naamwoorden afgeleid, n.l. schandalig en schandaleus. Het laatste is alweer een ontlening, n.l. aan het Franse scandaleux. Vroeger gebruikte men ook schandaloos uit Latijn scandalosis, maar deze vorm is in onbruik geraakt, waarschijnlijk doordat verwarring dreigde met het achtervoegsel -loos: zonder. Het Fries kent echter skandeloas nog.

Het werkwoord bij deze groep is schandaliseren: teschande maken.

< >