Wanneer wij zeggen: Moeder schept op, kan dat twee verschillende dingen betekenen. In de eerste plaats: moeder schept de maaltijd op de borden en in de tweede plaats: moeder snoeft, moeder pocht.
Wij hebben te maken met één werkwoord dat zowel letterlijkals figuurlijk gebruikt wordt. Eigenlijk is opscheppen: met een schep of schop omhoogbrengen, daarna ook: met een lepel uit een pan op een bord brengen, opdissen. De zegswijze: het ligt voor het opscheppen betekent dan ook: er is overvloed. Zegt men evenwel: ergens de boel opscheppen, dan is het werkwoord reeds figuurlijk gebruikt in de zin: ergens de boel in rep en roer brengen, lawaai maken. En dan zijn wij reeds dicht genaderd tot de betekenis: overdrijven, snoeven.