(Lat.),
1. schub; kleinere of grotere lapjes opperhuid, die geheel of ten dele afgestoten zijn; vgl. Desquamatio;
2. been met de vorm van een schub, nl. plat en min of meer hol. S. frontalis, schub van het voorhoofdsbeen. S. occipitalis, schub van het achterhoofdsbeen. S. temporalis, schub van het slaapbeen.