(Eng., stoot), de toestand waarin het bloedvatensysteem veel te wijd is geworden voor de hoeveelheid bloed, de reflectorische verlammende invloed, die op het.hart en de bloedvaten wordt uitgeoefend*of door een plotselinge hevige schok, welke een groot aantal uiteinden van gevoelszenuwen treft, vooral als de buik hevig wordt getroffen óf door eiwitstoffen, die niet in het organisme thuisbehoren (artfremd) (vgl. Anaphylaxie) óf door een hevige gemoedsbeweging (traumatische en psychische shock); vgl.
Commotio, Traumatische neurose, Railway spine. Verder te onderscheiden: erethische sh., als prikkelingsverschijnselen op de voorgrond komen, en torpide sh., als de verschijnselen die van depressie zijn; vertonen zich de verschijnselen eerst na enige tijd, dan heet dit de insidieuse vorm van shock. Vanwekesh. spreekt men als de spieren wel worden gespannen maar niet plankhard.