Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Gepubliceerd op 25-06-2020

Cysticercósis

betekenis & definitie

ziekte, veroorzaakt door c y s t i c é r c u s, blaasstaart, blaasworm, vin; een overgangstoestand tussen het ei van de lintworm en de volwassen lintworm. Cysticércus acanthót(h)rias, een vin met drie hakenkransen en vier zuignappen; waarschijnlijk een ongewone vorm van C. cellulosae.

C. bovis, rundervin, komt bij het rund in verschillende spieren voor, is kleiner dan de varkensvin, heeft sterke zuignappen, geen hakenkrans, ontwikkelt zich tot Taenia saginata. C. (telae) cellulósae varkensvin; blaasje zo groot als een erwt of boon, in een omhulsel van bindweefsel liggend voorzien van vier zuignappen en één krans van haken; wordt ook bij de mens gevonden, onder de huid, in spieren, in het oog en de hersenen; ontwikkelt zich tot Taenia solium. C. pisifórmis, erwtvormige vin, bij konijnen en hazen; ontwikkelt zich tot taenia serrata. C. racemósus (racemus, druif), komt vooral in de hersenen voor, als een groep van blaasjes in de vorm van een tros; afwijkende vorm van de varkensvin. C. tenuicóllis (tenuis, dun; collum, hals), bij honden en varkens; ontwikkelt zich tot de taenia marginata van de hond.

< >