prauw [vaartuig]. Prauw, vernederlandst uit het Javaanse en Maleise prahoe, pĕrahoe of praoe, is zeker een van de meest bekende en gebruikte onder de inlandse woorden, die eerst in Indië, later ook, waar over Indië gehandeld wordt, in Nederland, in onze taal zijn opgenomen. Maar dat het woord niet altijd juist wordt opgevat, blijkt uit de omschrijving in Van Dale: ‘plat vaartuig der Indianen, waarmede de lading wordt gelost en aan boord gebracht.’ Vooreerst is hier Indiaan, geheel in strijd met het spraakgebruik, toegepast op Javanen en Maleiers, terwijl het, tegenwoordig althans, bij ons uitsluitend pleegt gebruikt te worden voor de wilde stammen van Noord- en Zuid-Amerika, zoals Van Dale zelf op het woord Indiaan te kennen geeft. Men zou hierdoor in de waan kunnen worden gebracht dat de prauw in Amerika, in plaats van Insulinde, thuishoort. Ten tweede is praoe inderdaad een woord van veel algemener betekenis. Terecht zegt Marsden in zijn Maleise woordenboek (Nederlandse vertaling van Elout): ‘algemeene benaming voor alle vaartuigen, van de sampan of boot af tot de kapal of het schip met een vierkant zeil toe.’ Verschillende soorten worden door toevoegsels onderscheiden, zoals praoe majang, de gewone visserspink van de Javanen; praoe tôp, een soort van handelsprauw, in hoofdzaak op Europese wijze getuigd; praoe kroewis, de kruisprauw voor de handhaving van de zeepolitie; praoe koenting, voor een groot vaartuig met een schuins zeil (lajer, tandjak of tandja’), dikwijls alleen koenting en door de Europeanen bij uitnemendheid prauw genoemd, enz. Bij de namen van de kleinste bootjes of kano’s, zoals de sampan (van Chinese oorsprong naar het schijnt) en de djoekoeng of djoengkoeng (een Javaanse kano, vooral voor de visvangst gebruikt), wordt het woord praoe zelden gevoegd.
Van Dale schijnt alleen gedacht te hebben aan de Praoe tambangan, de veer- en laadprauwen die in de verschillende havens voor het vervoer van personen en goederen, het laden en lossen van schepen werkzaam zijn. Daarvoor bestaan verschillende verenigingen of vennootschappen, zoals het Bataviaasch Prauwenveer, het Nieuw Prauwenveer te Batavia, het Tagalsch Prauwenveer, het Semarangsch en Nieuw Semarangsch Prauwenveer, het Particulier Prauwenveer en Nieuw Prauwenveer te Soerabaja, de Oost-Java Prauwmaatschappij en het Padangsch Prauwenveer. Deze verenigingen, waarin de belangen van vele in Nederland vertoevende oud-kolonisten betrokken zijn en waarvan verslagen en mededelingen omtrent de geldelijke resultaten van tijd tot tijd in de dagbladen zijn te lezen, zijn in Nederland beter bekend dan de prauwvaart voor handel en militaire doeleinden, die geheel Insulinde omvat.
Gepubliceerd op 15-08-2017
prauw 1
betekenis & definitie