kraal [omsloten ruimte voor vee]. Kraal is volgens Van Dale ‘een dorp of gehucht der Hottentotten; eene opene plaats met staketsel afgeschut.’ Weiland zegt op het woord: ‘Zo noemt men, in beschrijvingen van de Kaap de Goede Hoop, de afgeperkte plaats waar de woningen der Hottentotten staan: een kraal van vier hutten; ook eene groote open plaats, met staketwerk omgeven, waarin men vee drijft [...] Het schijnt een uitheems woord te zijn.’ Dit laatste kon met meer stelligheid worden uitgesproken; het woord is ongetwijfeld van de Hottentotten zelf afkomstig. Zo lezen we in het ‘Dagregister van de Voyagie naar het Amaqua’s [of Namaqua’s] land’ van Simon van der Stel bij Valentijn: ‘Beschrijvinge van de Kaap der Goede Hoop’ (V. 2) p. 592: ‘De voorgedagte bergen [...] worden bewoond van eene natie, genaamt Hottentotten, dewelke zich met troepen van menschen en vee bij malkanderen houden, ’t welk zij Kraalen noemen, waarvan wij er dezen dag drie zijn gepasseert.’ Ook de dorpen van de Kaffers en andere Afrikaanse stammen worden, bij uitbreiding van het gebruik van het woord, kralen genoemd. Zie bijvoorbeeld Th. Tromp, Herinneringen uit Zuid-Afrika, p. 39; D. Veth’s reizen in Angola, p. 359.
Maar dit Hottentotse woord is door de Nederlanders ook naar Oost-Indië overgebracht, en wordt bij onze oude schrijvers (door verwarring met kraal, als samentrekking van koraal, poliepenhuis) soms ook Coraal geschreven. Zo leest men bij Baldaeus, Beschrijvinge van Ceylon, p. 198: ‘Men vangt omtrent Mathure de Elephanten met Coralen, zijnde vele boomen in de aarde geslagen, die in ’t eerste een ruymen ingank geven, maar van langhzamerhand enger worden, met valdeuren.’ Een anoniem schrijver over Ceylon, door Weiland aangehaald, spreekt evenzo van ‘eene groote en sterke houten kraal of bijkans rond palissadenwerk, waarin zij de olyphanten drijven.’
Thans is het woord nog algemeen in Nederlands-Indië in gebruik om de afgeperkte ruimte voor de buffels aan te duiden. Zo bijvoorbeeld bij Pruys van der Hoeven, Een woord over Sumatra, I, p. 63: ‘Iedere vier jaar nu verenigen zich de eigenaars en drijven de buffels in een daartoe gemaakte kraal, die, fuiksgewijs vervaardigd, uitloopt in een sterk omheind moeras met een nauwe opening.’
Gepubliceerd op 15-08-2017
kraal 1
betekenis & definitie