Verklarend woordenboek Nederlands-Indië

Pieter Johannes Veth (2003)

Gepubliceerd op 15-08-2017

betel 1

betekenis & definitie

betel [bepaalde plant]. Deze bij de Europeanen gewone naam voor de sirih van de Maleiers, dat is voor het geurige, roodsappige en bittere blad dat zij gewoon zijn met een stukje pinangnoot en een weinig fijne kalk, dikwijls ook met een gambirkoekje, te kauwen, zou volgens Bontius, in het aanhangsel op Piso’s De Indiae utriusque re naturali, p. 90, Javaans zijn. Maar hoe vreemd ons zo’n dwaling in een te Batavia gevestigd geneesheer ook schijnen moge, het is zeker dat hij zich vergist, daar de betel in het Javaans in de lage taal soeroeh, in de hoge taal sĕdah heet. Vandaar ook de naam van de residentie Pasoeroehhan of Pasoeroewan, in de hoge taal Pasĕdahhan, die ‘beteltuin’ betekent.

Toen ik in De Gids van maart 1876 mijn aankondiging van prof. Dozy’s Oosterlingen schreef, was de oorsprong van het woord betel mij niet bekend, maar onze beroemde linguïst Van der Tuuk schreef mij daarover het volgende: ‘Betel is via ’t Portugeesch heen tot ons gekomen uit het Tamiel, waar het wettilei is (zie Röttgers Woordenboek, p. 236, regel 1). Het wordt in het Tamiel werrilei gespeld, maar twee r’s worden als t uitgesproken.’ Ik vind in de Portugese woordenboeken de vormen betele, betelle, betel, bethel en betre. Van Linschoten in Itinerario, p. 84, schrijft bettele of bethre. Bontius gebruikt de vorm betele, die ook het dichtst komt bij Chavica betle, de botanische naam van de plant. De Portugezen hebben zeker het betelkauwen het eerst leren kennen op de kust van Malabar, waar het Tamil thuishoort. Daarom zegt ook Moraes Silva in zijn Portugese woordenboek onder betele: ‘Herva trepadeira aromatica, que os Malabares mascão ordinariamente’, dat is ‘een geurige klimplant, die de Malabaren gewoonlijk kauwen.’

Onder de veelvuldige samenstellingen, zoals betelblad, beteldoos, betelpeper, betelpruim, enz., verdient betelnoot opmerking, omdat daardoor niet de vrucht van de sirih- of betelplant, maar de met het betelblad gekauwde pinangnoot of areek wordt aangeduid. Zie op areek.

< >