Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

Gepubliceerd op 21-07-2020

grote baan

betekenis & definitie

doorgaande weg, hoofdweg (informeel)

Haacht. Langs de Grote Baan hebben dieven een nieuwe aanhangwagen gestolen. Het exacte tijdstip van de diefstal is niet bekend.
(dagblad)

In Algemeen Nederlands wordt de strook grond die voor het verkeer bestemd is, 'weg' genoemd. Er bestaan onder meer 'asfaltwegen, betonwegen' en 'veldwegen'. Een 'rijbaan' is het gedeelte van de weg waarop gereden wordt. Een autosnelweg heeft twee 'rijbanen', gescheiden door een middenberm. Die rijbanen zijn verdeeld in 'rijstroken'. Daarnaast zijn er nog enkele specifieke gevallen in het woordgebruik. Zo spreken we ook over 'glijbanen, tennisbanen' en 'wielerbanen'. Een wielerwedstrijd die op de openbare weg wordt gereden is een 'wegwedstrijd'; in de wielerbaan is het een 'baanwedstrijd'. In Belgisch-Nederlands wordt vaak 'baan' gezegd in plaats van 'weg': 'op de baan zijn', 'een betonbaan', 'op je rijbaan blijven', 'op de middenbaan', 'op het tweede baanvak'.

Belgisch-Nederlandse Standaardtaal

< >