apparaat dat is ingericht voor het projecteren van cinematografische films, dus voor het weergeven van gebeurtenissen, scènes enz. op een zodanige wijze, dat de toeschouwers de indruk krijgen de opgenomen acties als echt te beleven.
Dit wordt verwezenlijkt door middel van een mechanisme dat de opgenomen scènes als bewegende beelden projecteert en tevens ervoor zorgt dat de bijbehorende geluiden kunnen worden weergegeven.Het toestel is in wezen een projector voor diapositieven, waarmee 16.. .24 (soms meer) beeldjes per seconde kunnen worden geprojecteerd. In de projector wordt de film hiertoe beeld voor beeld, dus schoksgewijze getransporteerd. Tijdens het verplaatsen wordt de lichtstroom onderbroken door een roterende sluiter. Bij geluidsfilmprojectors bevindt de geluidaftastinrichting zich tussen het gedeelte waar de film intermitterend voortbewogen wordt en de opwikkelspoel.
Filmprojectors kunnen als volgt onderscheiden worden:
a. naar filmformaat in smalfilmprojectors (8 mm, 9,5 mm, 16 mm en 17,5 mm), normaal-filmprojectors (35 mm) en breed-filmprojectors (55 mm, 65 mm en 70 mm);
b. naar hun toepassingsgebied in stationaire apparatuur en in transportabele toestellen;
c. naar de mogelijkheid voor geluidweergave in projectors voor stomme films en geluidsfilmprojectors;
d. naar de wijze van filmtransport in projectors met intermitterend en projectors met continu filmtransport.