Voor de oplossing van problemen die axiale symmetrie vertonen worden wel zgn. cilindercoördinaten toegepast.
Zij P een punt van de ruimte en P1 de projectie van P op het horizontale coördinaatvlak van een rechthoekig coördinatenstelsel. De hoek tussen de halve rechten OP1 en de positieve x1-as wordt veelal met v aangeduid, en de afstand van P tot P1 met z. De cilindercoördinaten van P zijn de afstand r van P1 tot de oorsprong O, de hoek v en de afstand z, waarbij 0 ≦ v < 2𝜋. Voor P op de x3-as is v onbepaald. Het verband tussen de rechthoekige coördinaten x1, x2, x3 van P en de cilindercoördinaten wordt gegeven door de formules:
x1 = r cos v
x2 = r sin v
x3 = z