(Fr.: capacité de service; Du.: Betriebskapazität; Eng.: operating capacitance), ook wel normale capaciteit (zie Symmetrische componenten) van een driefasenhoogspanningslijn of driefasenkabel genoemd. Een bovengrondse leiding zonder aarddraad bezit zes deelcapaciteiten (zie afb.). Deze deelcapaciteiten kunnen gemeten of berekend worden. Zijn de spanningen op de fasen resp. Ua, Ub en Uc en de laadstromen Ia, Ib en Ic dan kunnen de volgende vergelijkingen afgeleid worden:
Ia = jω(C10 + C1 + C3)Ua − jωC1Ub − jωC3Uc
Ib = jωC1Ua + jω(C20 + C1 + C2Ub − jωC2Uc
Ic = jωC3Ua − jωC2Ub + jω(C30 + C2 + C3)Uc
Rekent men de normale component van het a, b, c-stroomstelsel uit dan verkrijgt men:
I1 = 1/3jω(C10 + aC20 + a2C30) + 1/3jωU1(C10 + C20 + C30 + 3C1 + 3C2 + 3C3)
+ 1/3jωU2(C10 + a2C20 + aC30 − 3aC1 − 3a2C3 − 3C2)
Hierin staat a voor exp (j2/3𝜋) en a2 voor exp (j4/3𝜋). Hieruit volgt voor de bedrijfscapaciteit:
Cb = C11 = 1/3(C10 + C20 + C30) + C1 + C2 + C3
Is de lijn systematisch gewisseld dan gelden:
C10 = C20 = C30
C1 = C2 = C3
Cb = C11 = C10+ 3C1
Voor een kabel met een radiale veldverdeling (drie eenfasekabels, driemantelkabel en H-kabel) wordt de bedrijfscapaciteit gevormd door de capaciteit tussen de geleider en de metaalmantel. Voor een driefasen-gordel-kabel kan een analoog model beschreven worden als voor de reeds besproken bovengrondse lijn. De besproken capaciteiten worden meestal per lengte-eenheid opgegeven.