(Fr .: instruments de mesure apériodiques; Du.: aperiodische Meszinstrumente; Eng.: aperiodical measuring instruments), meetinstrumenten die zo geconstrueerd zijn, dat na het aansluiten van de meter of na een verandering van de te meten grootheid de nieuw aangewezen evenwichtsstand zonder slingeringen wordt bereikt; dit is gunstig voor een snelle aflezing.
Men dient daartoe in het aanwijzend systeem van het instrument demping op te nemen, die op verschillende wijzen verkregen kan worden (zie Elektrische meetinstrumenten). Deze demping moet juist groot genoeg zijn om de slingeringen te vermijden (kritische demping). Bij belangrijke overschrijding van deze waarde kruipt de aflezing naar de nieuwe evenwichtsstand.