Synoniem van oorlogsschip

oorlogsschip - schip voor militaire doeleinden. Synoniem: oorlogsbodem. De bevelvoerende officier bevindt zich op het vlaggeschip, de admiraal aan boord van het admiraalsschip. Een onderzeeër, duiker, duikboot of (marineterm) onderzeeboot kan onder water opereren. Een Duitse onderzeeër noemen we een U-boot. Torpedoboten zijn lichte oorlogsschepen; ze kunnen in verrassingsaanvallen vijandelijke schepen met torpedo's tot zinken brengen. De tegenpartij bestrijdt duikers en torpedo's met jagers; onderzeebootjagers richten zich speciaal op onderzeeërs, terwijl torpedobootjagers of destroyers een konvooi of een slagvloot beschermen tegen aanvallen van onderzeeërs en torpedoboten. Een onderzeebootjager in de Van Speyk-klasse, dat wil zeggen van 2800 ton, wordt aangeduid met fregat. Een klein fregat heet een korvet. Grote destroyers noemen we flottieljeleider of lichte kruiser. Een kruiser is een verkenningsschip dat ook konvooien beschermt en kusten beschiet; de slagkruiser is zwaarder bewapend dan een gewone kruiser. Een licht soort kruiser, in gebruik tussen ongeveer 1890 en de Tweede Wereldoorlog heet een pantserdekschip; niet te verwarren met een pantserschip, een gepantserd schip dat het midden houdt tussen een slagschip en een kustverdedigingsschip. Voor het leggen van mijnen zet men een mijnenlegger in. Een slagschip is een schip met het zwaarste kaliber geschut; voor het midden van de negentiende eeuw heette zo'n oorlogsschip een linieschip. De mijnenveger ruimt zeemijnen op. Op een vliegkampschip kunnen vliegtuigen starten en landen. Het vliegtuigmoederschip of de carrier vormt een drijvende basis voor waterof drijvervliegtuigen of voor vliegboten. Geschut kan vanaf drie dekken worden afgevuurd op een driedekker. Tot slot enkele historische oorlogsschepen: het galjoen, een zestiende- tot zeventiende-eeuws schip met hoge voor- en achterkastelen; 500 tot 1000 ton; de galei, een lang schip met een laag boord, dat zeilde of werd voortgeroeid, en de galjas of galeas, een vijftiendeen zestiende-eeuws schip van ongeveer 1200 ton met twee of drie masten, dat ook met riemen werd voortbewogen.

Zie: zeeschip.

oorlogsschip - zelfstandig naamwoord
uitspraak: oor-logs-schip

1. schip dat in de oorlog kan worden gebruikt
♢ het oorlogsschip viel de vijandelijke vloot aan

Zelfstandig naamwoord: oor-logs-schip
het oorlogsschip
de oorlogsschepen