(het, veren), (ook:) veerboot, pont. Ze zal het veer nemen en daarna de bus.
Gaat er wel een veer om dit uur? (Vianen 1971: 170). -Etym.: In AN is v. het verschijnsel en de plaats; de SN bet. komt voor in het zuiden van Ned. Oudste vindpl. 1775 (zie De Beet 200).