Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

springlijn

betekenis & definitie

(de, -en), (veroud.?) vastgezette hengel waarvan de boogvormig gespannen stok zich ontspant wanneer een vis in het aas bijt, zodat deze aan de haak geheel of gedeeltelijk boven water wordt getrokken en daar blijft hangen. Behalve met den hengel en met springlijnen, wordt A. [anjoemara] meestal met zg. springmanden gevangen (van Cappelle397).

-Etym.: E spring = o.m. veer, veerkracht.
- Syn. stelhengel.

< >