(de, ’s),
1. cultuurvorm van een klimmend kruid met gele bloemen, uit Azië en Afrika, ook verwilderd (Momordica charantia, Meloenfamilie). De Soppropo is eene bevallig klimmende rankplant met een’ enkelen gelen bloesem ( ) (Teenstra 1835 II: 277; oudste vindpl.).
2. de eetbare, augurkvormige vrucht van deze plant. De sopropo’s wassen, opensnijden en de zaden verwijderen (S&S 125).
- Etym.: S.
- Syn. karaila. soulbus (de, -sen), wilde bus waarin voortdurend en hard soul-muziek klinkt. Sukta met blauwe bussen van 'em. Soulbussen! (Cairo 1980a: 99).
- Opm.: Verschijnsel uit de jaren 1970, later door de overheid verboden. Zie ook discobus; deze kwam later.