Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

scheepspont

betekenis & definitie

(de, -en), (hist.) grote, platboomde roeiboot (pont) voor de afvoer van plantageprodukten. Dat meede de brug aldaar over de Sommelsdijksche creeck leggende in geen behoorlijke staat kan onderhouden worden door dien groote scheepsponten onder dezelve doorvaarende en uyt hoofde van hun breedte niet dan met moeyte en geweld daar door kunnende passeeren ( ) (publ. van 1801, oudste vindpl.; S&dS 1208).

-Etym.: Mogelijk diende de toevoeging scheepsalleen om deze ponten te onderscheiden van binnenponten.
- Zie ook: matrozenpont.

< >