(de), sterke rum, bij uitbr. sterke drank i.h.a. Na het werk zocht Konti een bar op, hoewel hij geen drinker was; hij bestelde een half achtste ‘ramtahal’ die hij in één teug leegdronk (Bradley 1975: 11).
- Etym.: Het woord komt uit Nickerie; het werd daar de naam voor de sterke rum, die verkocht werd door de winkelier Ramtahal. Syn. daru. Zie ook: snaps, sopi, spiritus.