(pulpte, heeft gepulpt), koffiebessen van de vruchtschil ontdoen met een huiler of pulper. De versch geplukte bessen worden onder toevoeging van een waterstroom gepulpt, d.i. van de vruchtschil ontdaan (Enc.NW! 412).
- Etym.: AN pulp = o.m. fijngewreven vruchtvlees.
- Syn. schrobben.