Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

middagzegen

betekenis & definitie

(de, -s), huisdienst in de middaguren ter gelegenheid van iets feestelijks. Hierbij spreek ik mijn dank uit aan allen die mijn 70ste verjaardag tot een onvergetelijke dag gemaakt hebben.

Mijn kinderen, kleinkinderen, familieleden, buren kennissen en niet te vergeten Ds. Fleiter die de middagzegen geleid heeft met toepasselijke teksten (WS 236-1984, in adv.). - Opm.: Nieuw woord voor een nieuw verschijnsel, i.t.t. morgenzegen (2). Zie ook: avondzegen (2), ochtendzegen (2), kerk houden.

< >