(de, -’s), (uitspr. met een korte e), oudere Javaanse vrouw, i.h.b. als verkoopster; ook gebr. als aanspreekvorm. En zeg aan al die May’s en Ma-E’s, dat niemand pinda's, pitje! en roti of bara 's krijgt vóór etenstijd... (Ferrier 1969: 85).
Bij Ma-e en Pa-e/ vind je altijd wat/ warme baka bana/krawkraw/petjil in een bananeblad (Orlando in Verroen & K. 15). - Etym.: Onder de Javanen van Sur. bet. het ‘moeder’. Het wordt door anderen vaak gebruikt alsof het een eigennaam is en dan ook wel met een hoofdletter geschreven. Er is veel overeenkomst in dit alles met mai (z.ja.).
- Zie ook: pa-e.