Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

logeergebouw

betekenis & definitie

(het, -en), eenvoudig hotel, door de overheid of een particuliere organisatie gedreven, soms alleen voor eigen medewerkers en dan op niet-commerciële basis. Het dorp ontstond aan de rivieroever rond net helaas verdwenen oude ‘logeergebouw’, een eenvoudig maar groots opgezet huis van ruw bewerkt hout en pinabladeren, in de jaren 1950 gebouwd door de pioniers van het Brokopondoproject (Volders 123).

- Samenst.: districtslogeergebouw.

< >